Presence and the Design of Trust - Dutch version

From P2P Foundation
Jump to navigation Jump to search

Presence and the Design of Trust, [1] door Caroline Nevejan, april 2007.

URL = http://www.xs4all.nl/~nevejan/documents/presence_and_the_design_of_trust.pdf.

Presence and the Design of Trust

Presence and the Design of Trust, Caroline Nevejan, PhD. Dissertation, Universiteit van Amsterdam, 2007. Dit is een Nederlandse samenvatting van het Engelse origineel.

Samenvatting

Sociale systemen zoals onderwijs, gezondheidszorg, bedrijfsleven en het recht, zien zich voor grote opgaven gesteld omdat het design van presence in sociale interactie (het ontwerp van aanwezigheid/tegenwoordigheid in communicatieprocessen) verandert onder invloed van informatie– en communicatietechnologie. De snelheid en omvang van het verzamelen van gegevens en de analyse en het gebruik van deze gegevens die mogelijk wordt gemaakt door informatie en communicatietechnologie, vereist een nieuwe omschrijving van een aantal fundamentele begrippen in samenlevingen zoals eigendom, copyright, privacy, autonomie, aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid. Mijn onderzoeksvraag veronderstelt dat presence een verschijnsel is dat veel beter dient te worden begrepen dan tot nog toe het geval was.

De titel van deze dissertatie “Presence and the Design of Trust” (aanwezigheid/ tegenwoordigheid en het ontwerpen van vertrouwen) reflecteert zowel de inspiratie als het resultaat van mijn onderzoek. Ik heb mij in dit onderzoek geconcentreerd op het design van presence en de vraag die ik mij heb gesteld is de volgende: "Hoe kan presence worden ontworpen in omgevingen waar technologie een cruciale rol speelt?". Ik argumenteer dat presence een verschijnsel is dat wordt beïnvloed door technologie en dat sociale structuren die afhankelijk zijn van presence dientengevolge door technologie worden beïnvloed. Een van mijn belangrijkste bevindingen is dat in sociale interactie het design van presence nauw samenhangt met het ontwerp van vertrouwen (trust). Deze studie zal niet al te uitvoerig ingaan op het begrip trust zelf, maar zal het verband aantonen tussen het ontwerp van presence en het ontwerp van trust.

In dit onderzoek wordt presence begrepen als een verschijnsel dat deel uitmaakt van menselijke interactie. Het karakter van het samenzijn met een ander, op een bepaalde plaats, op een bepaald tijdstip en in een bepaalde handeling, is aan verandering onderhevig als gevolg van de ontwikkeling van technologieën die communicatie doorgeven, versnellen, faciliteren en controleren. De brede waaier aan bestaande informatie– en communicatietechnologieën die presence doorgeven, maakt het mogelijk dat wordt gehandeld, gecommuniceerd en waargenomen op van elkaar verwijderde momenten en plaatsen. Dit onderzoek richt zich niet op de mediabedrijfstak als zodanig en de manier waarop deze opereert, maar op sociale interactie vanuit het perspectief van de individuele mens.

In de loop van mijn onderzoek bleek dat ik het begrip trust moest operationaliseren vanuit het pragmatische en normatieve perspectief van de individuele mens. Ik heb daarom de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, zoals aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 10 december 1948, als uitgangspunt gekozen. Alhoewel het universele karakter van de Verklaring al sinds 1948 onderwerp is van debat en meningsverschillen, heeft de tekst als enig bestaand seculier, normatief document al meer dan vijftig jaar als referentiepunt gefungeerd voor de kwaliteit van bestaan van mensen over de hele wereld. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is onderdeel van het internationale politieke discours als mechanisme ter bescherming van de menselijke waardigheid. Tevens is het een instrument dat mensen helpt zich bewust te zijn van hun grondrechten en de mogelijkheid om voor die grondrechten te vechten en hun lijden onder de aandacht te brengen. Daarom heb ik de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens als het essentiële normatieve uitgangspunt gekozen voor de kwaliteit van sociale interactie, voor de mogelijke opbouw of afbraak van vertrouwen tussen mensen in sociale interactie.

Informatie– en communicatietechnologieën hebben een duidelijke invloed op de realisatie van mensenrechten (Hamelink, 2000). Ik stel mij op het standpunt dat trust, vertrouwen, alleen kan ontstaan indien de mensenrechten worden gerespecteerd. Het gegeven dat mensen willen overleven en hun welzijn willen waarborgen zal van wezenlijk belang blijken voor de opbouw van mijn argumentatie in dit onderzoek.

EEN ITERATIEF ONDERZOEKSPROCES (Hoofdstuk 1)

“Presence and the Design of Trust” is gebaseerd op de analyse van twee case studies. De Galactic Hacker Party (1989) en het Seropositive Ball (1990), zijn beiden ‘networked events’ en vonden plaats in Paradiso te Amsterdam. Ik was betrokken bij deze evenementen als initiatiefnemer en producent. Een networked event wordt gekenmerkt door het bijeenkomen van mensen in een fysieke ruimte, terwijl zij tevens met elkaar en met anderen, die niet in diezelfde ruimte aanwezig zijn, via verschillende media communiceren. Ik heb voor deze studie diverse bronnen geraadpleegd en ik maak gebruik van methodologieën en literatuur uit verschillende disciplines. ‘Social theory’, zoals geformuleerd door Anthony Giddens, biedt de theoretische context van deze studie (Giddens 1984).

Voordat ik dit academische onderzoek begon heb ik op verschillende manieren en in verschillende professionele hoedanigheden onderzoek gedaan naar het design van presence. Ik wilde deze niet–academisch geformuleerde kennis kunnen gebruiken in de academische context van deze studie. Ik heb daarom drie onderzoeksconcepten gebruikt die het ontsluiten van niet geformuleerde kennis mogelijk maken: ‘parresia’ (Foucault 1983), het ‘tekst laboratorium’ (Latour 2005) en de ‘technobiografie’ (Henwood e.a. 2001). Parresia is een begrip dat door de Grieken in de klassieke oudheid werd ontwikkeld. Het staat voor de openbaring van de waarheid door een proces van zelfreflectie, waardoor mogelijk een ‘recht van spreken’ ontstaat. Het ‘tekst laboratorium’ heeft tot doel bij te dragen aan de sociale wetenschappen door een proces van schrijven en beschrijven, waarin de geschreven tekst zelf vervolgens nieuwe associaties en beschrijvingen doet ontstaan zodat onverwachte verbindingen en verbanden aan het licht komen. In een technobiografie analyseert een onderzoeker zijn/haar eigen relatie met de technologie. Dit kan een relatie in het heden zijn, en het kan gaan om een situatie uit een vroegere periode, zoals in deze studie. In dit geval analyseert de onderzoeker zijn/haar vroegere zelf, mogelijk met behulp van eigen teksten, of op basis van archieven of artefacten uit die tijd.

Bij de gegevensverzameling en bij de analyse hebben deze drie concepten en de gebruikelijke elementen van een case study een rol gespeeld (Yin 2003). Zo is een iteratief research proces ontstaan waarvan de richting werd bepaald door de wens een conceptueel kader te scheppen voor zowel de analyse als het design van presence in sociale interactie.

PRESENCE (Hoofdstuk 2)

Uitgangspunt van dit onderzoek is de opmerkelijke acceptatie van een hele reeks technologieën, die de doorgifte van presence mogelijk maken en die meerdere presences genereren waarmee mensen dagelijks worden geconfronteerd. Het blijkt dat de presence van een ander, evenals de eigen presence zodanig kan worden doorgegeven dat deze wordt aanvaard of verworpen als ‘echte’ presence in het kader van sociale interactie. Nadat ik de huidige stand van zaken in het presence onderzoek heb geschetst (in de militaire industrie, het bedrijfsleven, de kunsten en het Europese presence onderzoek), kom ik tot de conclusie dat onderzoek naar presence een wetenschap is van wikken en wegen, van 'trade–offs', zoals Wijnand IJsselsteijn formuleert (IJsselsteijn 2004) en dat ook het accepteren of verwerpen van het design van presence hierdoor wordt bepaald. In het proces van wikken en wegen heb ik drie fundamentele dynamieken geformuleerd die het ervaren van presence bepalen: natural presence (natuurlijke, fysieke aanwezigheid), mediated presence (bemiddelde, gemedieerde aanwezigheid) en witnessed presence (waargenomen en waarnemende aanwezigheid, die zowel in natural als mediated presence kan plaatsvinden). Alledrie brengen ze bepaalde dynamieken in beweging en beïnvloeden zij de perceptie en het begrip van andere presences.

Een communicatieproces dat stoelt op meerdere vormen van presence is niet lineair. Tijd, plaats, handelen en de ontmoeting met anderen beïnvloeden dit proces voortdurend en laten het van richting veranderen. Het beeld dat iemand van een bepaalde situatie heeft is bepalend voor zijn/haar volgende handeling. Elke waargenomen presence, mediated of niet, kan een onderscheidend moment zijn in een communicatieproces, of in een reeks van gebeurtenissen. Dit is de reden waarom ik bij de start van dit onderzoek veronderstelde dat alle vormen van presence, alsook hun mengvormen, voor een individu van even groot belang zijn bij het richting geven aan zijn/haar eigen bestaan. Door mijn onderzoek is deze aanname echter op losse schroeven komen te staan. In eerste instantie formuleerde ik voor ieder van de drie door mij onderscheiden presences, het karakter zoals hieronder beschreven.

Natural presence: overleven en welbevinden

Het fysieke lichaam van een mens dat aanwezig is op een bepaald moment en op een bepaalde plaats, definieert natural presence. Natural presence wordt ervaren door het lichaam en/of zijn omgeving. De mens wil overleven en tevens zijn/haar welbevinden vergroten; hij/zij wil pijn vermijden. Dit proces vindt plaats op drie bewustzijnsniveaus, respectievelijk proto–, core– en extended consciousness. (Damasio 2000). The sense of presence maakt deel uit van het menselijke evolutieproces en speelt een doorslaggevende rol in het menselijk overleven; het helpt bij het kennen van het eigen lichaam, bij het maken van onderscheid tussen het ik en de omgeving, tussen allerlei verhoudingen in die omgeving, en ook tussen denkbare en daadwerkelijke gebeurtenissen. Wanneer alle bewustzijnsniveaus tegelijk met elkaar samenwerken ontstaat een maximaal besef van presence (Riva, Waterworth and Waterworth 2004). Een mens weegt de verschillende vormen van presence als hij/zij de werkelijkheid construeert waarop hij/zij zijn/haar handelen zal baseren. De bewering dat technologie de kwaliteit van natural presence vergroot is even houdbaar als de omgekeerde bewering dat technologie deze juist bedreigt. In samenlevingen waar technologie is geïntegreerd en waar mediated presences alom aanwezig zijn, is een nieuwe ‘’verwarring’ ontstaan tussen perceptie en deceptie, tussen waarheid en leugen en tussen echt en onecht, en deze verwarring beinvloedt de natural presence van de mens aanzienlijk.

Mediated presence: over grenzen van tijd en ruimte

Mensen die zich verplaatsen laten voetsporen en andere tekens achter bij wijze van boodschap: hier zijn wij geweest. Door de eeuwen heen hebben mensen op vele manieren hun presence doorgegeven, door het zenden van boodschappers, door het vertellen van verhalen, het maken van tekeningen of het schrijven van boeken. Door middel van de nieuwe informatie– en communicatietechnologieën kunnen mensen hun presence ook in het nu doorgeven naar plekken waar zij zich niet fysiek bevinden. Via mobiele telefoon, internet, radio en televisie maken wij anderen mee op allerlei manieren en in verschillende gedaantes. Ook wanneer een fysieke ontmoeting mogelijk is kiezen mensen regelmatig voor de gedeeltelijke waarneming die door mediated presence mogelijk wordt gemaakt. In mediated presence hoeft men niet op alle zintuigen een beroep te doen, en is het niet noodzakelijk met alle cognitieve, emotionele en sociale structuren rekening te houden in dezelfde mate als in een fysieke ontmoeting het geval zou zijn geweest. Door gebruik te maken van informatie– en communicatietechnologieën ontwikkelen mensen media schemata, een bepaald begrip en daaruit voortvloeiend gedrag dat ontstaat doordat mensen met elkaar overeenkomen om een bepaalde mediated presence op een bepaalde manier te accepteren en te gebruiken (IJsselsteijn 2004). Hierdoor wordt de mediated presence van anderen acceptabel en is het mogelijk onderscheid te maken tussen de ene en de andere 'overeengekomen' werkelijkheid. Deze schemata variëren en zijn afhankelijk van tijd, plaats, cultuur, sociale groep en generatie waartoe men behoort. Eenmaal betrokken in mediated presence vinden voortdurend processen van attributie, synchronisatie en aanpassing plaats (Steels 2006). In mediated presence is de input en output van de zintuigen beperkt — het is niet de context, maar doorgaans de connectie zelf die van belang is — en juist daardoor kunnen de processen van attributie, synchronisatie en aanpassing heel krachtig worden.

Witnessed presence: katalysator van goed en kwaad

Het waarnemen van de aanwezigheid van anderen speelt een cruciale rol in de sociale organisatie van omgevingen in natural presence en speelt ook een rol in omgevingen die zijn gebaseerd op mediated presence. Witnessed presence beinvloedt natural presence en mediated presence. Een handeling die door anderen wordt waargenomen, is een daad. Dit verklaart waarom ‘getuigen’ in het sociale leven een belangrijke rol vervult. Waarnemen, waargenomen worden en getuigenissen maken deel uit van het proces van onderhandeling over waarheid en vertrouwen tussen mensen, binnen gemeenschappen, organisaties en samenlevingen. Tijdens de gehele evolutie zijn mensen voortdurend voor elkaar van gedaante veranderd. 'De ander' heeft een toenemend aantal verschillende identiteiten verworven. De voortschrijdende arbeidsdeling, de ontwikkelingen in technologie en wetenschap, alsmede de voortgaande verstedelijking en mondialisering, hebben de manier waarop mensen elkaar waarnemen ingrijpend veranderd.

Het doorslaggevende onderscheid in de manier waarop wij anderen waarnemen wordt bepaald door hoe een mens al dan niet in relatie staan tot een ander (Buber 1923). De relatie die wij met een ander hebben — of het ontbreken daarvan — bepaalt hoe wij onze eigen presence vormgeven. Ik stel dat het waarnemen van de presence van anderen, als ook het door anderen worden waargenomen, van invloed is op het vormgeven en ervaren van de eigen presence. Witnessed precense veroorzaakt een versnelling van het hetgeen vervolgens gebeurt; het kan meer 'goed', maar ook meer 'kwaad' doen ontstaan. Witnessed precense is een katalysator in sociale interactie.

DE CASE STUDIES (Hoofdstuk 3 en 4 en 5)

De Galactic Hacker Party verkende 'de computer als instrument voor democratie' en sloeg een brug tussen activiteiten van de internationale hacker-gemeenschap en het wetenschappelijke en politieke debat over de zich in die tijd ontwikkelende informatiemaatschappij. Het thema van het Seropositive Ball was 'Leven met HIV en AIDS'. Het doel was de stilte en sociale uitsluiting te doorbreken van mensen die moesten leven met HIV en AIDS in een tijd dat er voor de ziekte nog geen behandeling bestond en vele jonge mensen stierven. Het Seropositive Ball bracht Nederlandse en buitenlandse politieke bewegingen, zelfhulporganisaties, gezondheidsinstellingen, beleidsmakers, artiesten, wetenschappers, ziekenhuis–patiënten en vele anderen die op de een of andere manier door AIDS waren getroffen, met elkaar in contact. Op de Galactic Hacker Party werden de toen reeds bestaande elektronische netwerken en het zich voor een groter publiek ontluikende Internet gepresenteerd en gebruikt. Het Seropositive Ball speelde zich af op verschillende mediaplatforms en creëerde een eigen elektronisch netwerk (0+Netwerk) dat aan andere bestaande netwerken werd gekoppeld.

Deze beide networked events werden geproduceerd in en door Paradiso, het wereldberoemde muziekpodium, gelegen in het centrum van Amsterdam. Paradiso heeft door de jaren heen een eigen methodologie ontwikkeld, gericht op het vormgeven van de directe ervaring van zowel de artiest als het publiek. Tijdens een networked event ontstaat er in deze directe ervaring een nieuwe gewaarwording van tijd en ruimte. De wetten van de dramaturgie zijn niet slechts van toepassing op de performance aspecten van het networked event, maar ook op de potentiële inbreng van deelnemers aan het networked event. Deelnemers aan een networked event beïnvloeden de gebeurtenis en veroorzaken dingen die niet zijn voorzien. De dynamiek van beide networked events werd beïnvloed door de ervaring van meerdere presences. Natural presence, mediated presence en witnessed presence werden geproduceerd en waargenomen in relatie tot elkaar, en deze presences absorbeerden en beïnvloedden de realiteit van de andere ervaren presences.

ANALYSE VAN DE CASE STUDIES

In het tekst laboratorium heb ik mij gericht op het beschrijven van kleine momenten van presence beleving. Daarnaast heb ik mijn ervaringen als initiator en organisator van deze events dieper onderzocht op een manier die als parresia kan worden aangemerkt. In de technobiografische analyse is hetgeen geschreven is in het tekst laboratorium vervolgens geconfronteerd met de meer dan 2000 gearchiveerde documenten van beide networked events.

Ik heb de case studies vanuit vier perspectieven geanalyseerd. De eerste analyse, de reflecties, bestaat uit overwegingen waarin ik de inzichten benoem en uitwerk die ik, als organisator van deze networked events, heb verworven. De tweede analyse, the thinking actor, richt zich op datgene waar elke handelend persoon mee moet leven: de botsing tussen intentie en realisatie. De derde analyse betreft de samenwerking tussen mensen afkomstig uit verschillende disciplines, met uiteenlopende vaardigheden, belangen en interesses en met verschillende culturele achtergronden. De vierde analyse tenslotte, zoemt in op natural, mediated en witnessed presence aan de hand van het gedane onderzoek en de eerder (in hoofdstuk 2) geformuleerde theorie.

1. Reflecties

In de productieperiode en ook tijdens de dagen dat de Galactic Hacker Party plaatsvond, bleek dat het ontstaan van vertrouwen tussen mensen in natural presence en mediated presence, evenals het vertrouwen dat mensen stellen in de technologie, belangrijke issues waren die in het schrijven in het tekst laboratorium naar boven kwamen. Ik herinnerde mij het begrip ‘social interface’ dat ik vroeger gebruikte en dat gedeeltelijk verklaart hoe een dergelijk vertrouwen tot stand kan komen. De social interface is een persoon die bruggen slaat tussen verschillende domeinen van kennis, tijd, plaats, relaties en netwerken, en die zodanig dramatisch is gepositioneerd dat hij/zij in staat is vertrouwen te doen ontstaan. Het feit dat ook in de digitale technologie ‘woorden handelen', heeft mij geleid naar veel diepere vragen over de invloed van technologie op de identiteit van mensen. Ik begreep dat mensen technologie in de eerste plaats benaderen als ‘actor’, als handelend persoon. Het door mij geformuleerde begrip ‘thinking actor’, de mens waarvan het denken wordt bepaald door het mogelijke handelen en die gebruik maakt van alles dat ‘werkt’, heeft ingrijpend de richting bepaald van het betoog dat ik in deze studie ontwikkel.

In de reflectie op het materiaal dat in het tekst laboratorium van het Seropositive Ball tot stand kwam heb ik het idee van ‘vital information’ (kennis die van levensbelang is) uitgewerkt. Tijdens dit networked event werd de technologie zonder enige schroom gebruikt door mensen die deze nog niet eerder hadden gebruikt. Redenen hiervoor zijn te vinden in zowel de manier waarop het 0+Netwerk was ontworpen als het feit dat het vinden van goede en relevante informatie een kwestie van leven en dood was in de situatie rondom HIV/AIDS in 1990. Informatie is slechts relevant en vitaal in de precieze configuratie van tijd en plaats waar de ontvanger fysiek aanwezig is en waar hij/zij tevens in staat is op basis van die informatie te handelen. Iemand zal alleen iets doen indien hij/zij hetgeen als informatie wordt ontvangen, terecht of onterecht, vertrouwt. Een van de manieren om betrouwbare vitale informatie te creëren is het bijeen brengen van wat ik heb geformuleerd als het ‘crucial network’: In het bijeen brengen van het crucial network is alles en iedereen aanwezig die aan de bestaande situatie heeft bijgedragen, alsmede alles en iedereen die in potentie deze situatie kan veranderen. Het orchestreren van dit crucial network brengt met zich mee dat de ruimte tussen de verschillende disciplines, vaardigheden, belangen en culturen moet worden vormgegeven. Samenwerken in een crucial network vereist een door allen gedragen en gedeeld perspectief dat in staat is natural en mediated presence te verbinden en dat richting geeft aan de katalyserende werking van witnessed presence.

2. Botsing tussen intentie en realisatie

Tijdens een networked event, en tegenwoordig kan iedere dag in ons dagelijks leven worden vergeleken met een networked event, ontstaat een onherroepelijke botsing tussen intentie en realisatie. Die botsing vindt plaats op het fysieke, emotionele en cognitieve vlak in natural presence en veroorzaakt ons ‘denken’ als handelend mens. Het woord 'denken' refereert aan het feit dat mensen worden geconfronteerd met een tegenstrijdigheid als gevolg van de botsing tussen intentie en realisatie, welke zij moeten zien op te lossen. In mediated presence verandert het begrip van causaliteit omdat de connectie de context bepaalt. De context die werd gevormd door een cultuur die ontstaat door het delen van tijd en plaats, is verdwenen. Context, en met name lokale en niet–geformuleerde kennis, kan moeilijk worden overgedragen. Mediated presence voegt wel informatie toe aan het beeld, de mental map, die mensen van een bepaalde situatie hebben, en kan tevens invloed uitoefenen op de manier waarop mensen deze 'kaart' herinrichten nadat zij een botsing tussen intentie en realisatie hebben ervaren.

De emotionele botsing tussen intentie en realisatie is van groter gewicht dan ik mij, voordat ik aan dit onderzoek begon, had gerealiseerd. Emoties en gevoelens van pijn, genot, verdriet en geluk, geven mensen informatie over wat goed en niet goed voor hun welbevinden en overleven is, en dit gebeurt op verschillende bewustzijnsniveaus. Schade berokkenen aan anderen is niet goed voor het eigen overleven en welbevinden, het maakt de omgeving onveilig. De uiterste consequentie van deze redenering is dat menselijke ethiek is gebaseerd op het eigen overleven en dat emoties, en ook de later in het leven ontwikkelende gevoelens als compassie, liefde en solidariteit, hiervoor belangrijke indicatoren zijn (Damasio 2004). Deze persoonlijke, ethische betrokkenheid gaat in mediated presence niet zo diep, omdat deze slechts een beperkte zintuiglijke beleving kan veroorzaken en emoties en gevoelens zich daardoor op minder bewustzijnsniveaus kunnen ontwikkelen. Desalniettemin kan mediated presence sterke gevoelens en emoties oproepen ten gevolge van processen van attributie en synchronisatie. Maar de vraag is of deze een betrouwbare indicatie kunnen geven voor het handelen in het belang van overleven en welbevinden. Ik concludeer, dat in situaties waarin welbevinden en overleven ter discussie staan, met andere woorden in situaties die ethische implicaties hebben, natural presence tot een beter begrip leidt van wat goed is voor overleving en welbevinden, dan mediated presence kan geven.

3. Samenwerken en overeenstemming

Om een taak tot een goed einde te brengen is een handelend persoon vaak aangewezen op het werk en de medewerking van andere mensen. Tussen wetenschappers uit verschillende disciplines is 'incommensurability', het fundamenteel niet–delen van gemeenschappelijke begrippen en betekenissen, de reden dat samenwerken bijna onmogelijk is (Kuhn 2000). Ik stel daarentegen dat mensen die samen handelen, met elkaar terreinen delen waarop zij elkaar begrijpen, als ook terreinen waarop een gemeenschappelijk begrippen– en betekenissenkader juist ontbreekt. Projectmanagement, meta–cognitieve vaardigheden, taakafbakening, objecten die vertaling mogelijk maken (zoals demo’s, maquettes en dergelijke) en een gedeeld perspectief kunnen eraan bijdragen deze kloof van onbegrip te overbruggen. Door interactie tussen verschillende mensen in communities of practice worden taxonomieën geconstrueerd die de taal en conceptuele schema’s weerspiegelen die definiëren hoe mensen handelen. In een community of practice kan een handeling niet aan de hand van de begrippen 'waar' of 'onwaar' worden beschreven. Een handeling is namelijk de uitkomst van het in–de–wereld–zijn zoals deze door een bepaalde taxonomie is ontstaan (Kuhn 2000). Mediated presence draagt bij aan de ontwikkeling van de taxonomie van een bepaalde gemeenschap die invloed heeft op, en ook het gevolg is van de manier waarop de verschillende mensen met elkaar omgaan en handelen. Mediated witnessed presence heeft invloed op de ontwikkeling van taxonomieën binnen gemeenschappen. Wanneer mediated presence 'vitale informatie' produceert, levert het een wezenlijke bijdrage aan demogelijkheden van natural presence.

Wanneer mensen met elkaar spreken over ‘wat te doen’ en ‘hoe het te doen’, impliceert dat tevens de vraag ‘wat goed is om te doen’. Dit is een vraag van ethische aard (Pols 2004). Als mensen brainstormen, innoveren, oplossingen bedenken en evalueren, draagt de persoonlijke ethische beleving in natural presence (en de daarin besloten machtsposities, belangen, vakgebieden en vaardigheden) meer bij aan het mogelijke resultaat van die bijeenkomst, dan dat een ontmoeting door middel van mediated presence kan opleveren. Mediated presence kan weliswaar de gedeelde morele opvattingen in de taxonomie van een bepaalde gemeenschap weerspiegelen, maar biedt niet de rijkdom aan persoonlijke en collectieve ethische ervaring die natural presence biedt.

4. Presences

Voordat ik begon met de analyse van de case studies was ik geneigd aan te nemen dat de mens te maken heeft met verschillende vormen van presence, elk met een eigen werkelijkheid en alle van even groot belang, omdat de ervaring van ieder van deze presences zeer indringend kan zijn. Door dit onderzoek ben ik echter tot het inzicht gekomen dat de verschillende vormen van presence niet op zich staan maar allen gegrondvest zijn in natural presence. Zonder natural presence kan geen witnessed presence, of mediated presence worden ontvangen of gegenereerd. Een mens moet beschikken over voldoende fysieke en mentale energie, financiële middelen en technische infrastructuur, om deel te kunnen nemen aan mediated presence. De mediated presence die ontvangen wordt moet begrijpelijk en aanvaardbaar zijn en degene die haar of zijn natural presence tot mediated presence maakt, moet erop kunnen vertrouwen dat hetgeen ontvangen zal worden overeenkomstig zijn/haar bedoeling zal zijn. Geslaagde communicatie tussen mediated presences is ondenkbaar zonder competente interculturele communicatie (die dus de natural presence van de betrokkenen in hun specifieke context respecteert). In het orchestreren van communicatieprocessen is het mede van belang rekening te houden met het feit dat ‘catharsis’ uiteindelijk in natural presence plaats vindt, in het hier en nu, en mogelijk samen met de ander. Het gegeven dat de persoonlijke en ethische beleving van welbevinden en overleven in natural presence het sterkste is, maakt dat natural presence zich onderscheidt van andere vormen van presence.

Door mediated presence is het mogelijk mensen te ontmoeten die zich in een andere tijd/plaats configuratie bevinden, hetgeen over het algemeen zeer wordt gewaardeerd. Bij een ontmoeting in natural presence kan dit niet worden gerealiseerd. Indien contact wordt gemaakt in mediated presence, kunnen slechts bepaalde elementen van een persoon worden doorgegeven. De input komt dan niet overeen met de output: er worden slechts bits and bytes uitgewisseld. Mensen kunnen daar goed mee overweg omdat men in staat is gegevens in een context te plaatsen en tijdens communicatie missende elementen toe te voegen Mediated presence wordt geredigeerd en geformateerd door de technologie en tevens door de mensen die over die technologie beschikken en deze gebruiken en interpreteren. Mediated omgevingen die zowel informatie als communicatie bieden zijn aantrekkelijk. Hoe meer bewustzijnsniveaus kunnen worden aangesproken, hoe sterker presence wordt ervaren. Kennis, meningen (alsook vooroordelen), media schemata en processen van attributie, synchronisatie en aanpassing, bepalen hoe mensen de mediated precenses ontvangen en in een context plaatsen. Ook andere media beïnvloeden de media schemata van een bepaalde mediated presence. Mediated omgevingen dragen bij aan de taxonomieën van gemeenschappen. Als mediated presence vitale informatie (en communicatie) genereert kan het aan de natural presence elementen toevoegen, die niet oorspronkelijk aan die natural presence toebehoorden. Door vitale informatie wordt op overtuigende wijze een brug geslagen tussen natural en mediated presence.

In witnessed presence, door elkaar waar te nemen in natural en in mediated presence, construeren mensen een gezamenlijke werkelijkheid. Waarnemen/getuigen in natural presence en in mediated presence heeft verschillende gevolgen. Een getuige in natural presence kan een situatie veranderen als hij/zij besluit te handelen. Een getuige kan de aard van een handeling wijzigen door over die handeling te getuigen. Een handeling in natural presence ‘bestaat’ omdat deze is waargenomen door een getuige: de handeling zelf vervliegt. Mediated witnessed presence is aantrekkelijk omdat men anderen ontmoet en bepaalde interesses of gemeenschappelijke gevoelens kan uitwisselen zonder de sociale controle en (voor)oordelen die deel zijn van een ontmoeting in natural presence. Door deze vrijblijvendheid enerzijds en door het feit dat mediated presence eindeloos kan worden opgeslagen en gekopieerd door middel van digitale technologieën, neemt de behoefte om te getuigen af. Getuige zijn in natural presence impliceert het hebben van verantwoordelijkheid voor ‘wat vervolgens gebeurt’. Daar zijn mensen zich in het algemeen ook van bewust. In mediated presence wordt de verantwoordelijkheid voor ‘wat vervolgens gebeurt’ geringer gevoeld.

YUTPA (hoofdstuk 6)

In alle sociale interactie is de kernvraag of mensen met elkaar zullen omgaan met het wederzijdse respect dat de menselijke waardigheid vereist. In natural presence is dit al problematisch. In mediated presence, waar verantwoordelijkheid veel minder tastbaar en moeilijker te effectueren is, is dit nog veel problematischer. Als gevolg hiervan creëren mensen een morele afstand ten opzichte van anderen, van het eigen handelen, en zelfs ten opzichte van zichzelf. Het creëren van een morele afstand doet het gevoel van presence, de voorwaarde voor overleven en welbevinden, uiteindelijk afnemen. Mensen treden in hun relatie tot de technologie hoofdzakelijk op als handelend persoon, als ‘thinking actors’. Daarom stel ik voor om producten en processen te ontwerpen en te analyseren vanuit een conceptueel kader, dat ik YUTPA heb genoemd. YUTPA is het acroniem voor ‘being with You in Unity of Time, Place and Action’. You, time, place en action kunnen worden begrepen als dimensies die verschillende waarden aannemen tussen: You en not–You, Now en not–Now, Here en not–Here, Do en not–Do. Unity (eenheid) refereert aan de specifieke configuratie van de relatie tussen deze vier dimensies zoals deze is ontwikkeld in een bepaald product of proces. Deze configuratie maakt bepaalde interacties mogelijk en sluit andere uit.

Zowel het vermogen tot handelen en ontvangen van feedback als het vermogen om de manier waarop men zich verhoudt tot anderen te contextualiseren, zijn essentieel voor het vorm geven van de eigen presence in een wereld vol multiple presences, waar het respect voor de menselijke waardigheid in het geding is. Bepaalde YUTPA configuraties van presence stimuleren respect voor menselijke waardigheid en creëren een basis voor het ontwikkelen van vertrouwen, terwijl andere YUTPA configuraties dat juist niet doen. In een communicatieproces waar meerdere presences deel van zijn, wordt een bepaalde YUTPA configuratie geconstrueerd. Zij verschaft een mens informatie over de tijd/plaats configuratie waarin hij/zij zich bevindt, op welke wijze hij/zij zich tot andere mensen en structuren verhoudt en welke potentiële handelingen mogelijk zijn. Bij de ontwikkeling van informatie– en communicatietechnologieën, of het nu gaat om infrastructuur, servers, hardware, software of interaction design, is het mogelijk te toetsen of de YUTPA die door het ontwerp wordt gecreëerd inderdaad het respect voor de menselijke waardigheid stimuleert en zodoende een basis legt om in sociale interactie vertrouwen tussen mensen tot ontwikkeling te laten komen.